De Verenigde Staten plannen een 100% invoertarief op geïmporteerde films. De maatregel kan grote gevolgen hebben voor de wereldwijde filmdistributie, internationale samenwerkingen en de toekomst van bioscopen.
Een schok voor de wereldwijde filmsector
De Amerikaanse regering heeft aangekondigd dat zij van plan is een 100% tarief op geïmporteerde films te heffen.
De maatregel, bedoeld om de binnenlandse filmindustrie te “beschermen en versterken”, zou een van de meest ingrijpende beleidswijzigingen in de mondiale filmhandel van de afgelopen decennia zijn.
Volgens voorlopige informatie zou het tarief gelden voor alle buitenlandse films die in de VS worden uitgebracht — van Europese arthouse tot Aziatische blockbusters.
De beslissing heeft onmiddellijk geleid tot felle reacties van internationale producenten, distributeurs en bioscoopexploitanten, die vrezen voor ernstige verstoringen in de mondiale filmketen.
Achtergrond: economisch beleid of cultureel protectionisme?
De Amerikaanse overheid rechtvaardigt het plan met het argument dat het “oneerlijke concurrentie” vanuit het buitenland wil tegengaan. Hollywoodstudio’s zouden volgens beleidsmakers steeds vaker worden overschaduwd door internationale producties, met name uit Zuid-Korea, India en Europa.
Critici spreken echter van cultureel protectionisme. Zij vrezen dat het beleid niet alleen economische, maar ook culturele gevolgen zal hebben.
De Amerikaanse markt — traditioneel een belangrijke afzetplaats voor buitenlandse films — zou plotseling vrijwel ontoegankelijk worden, wat de verscheidenheid aan films in Amerikaanse bioscopen drastisch zou verminderen.
Gevolgen voor internationale distributie
Een invoertarief van 100% zou de kosten voor buitenlandse studio’s verdubbelen, waardoor veel films simpelweg niet meer rendabel in de VS kunnen worden uitgebracht.
Voor Europese producenten, die vaak afhankelijk zijn van internationale distributie-inkomsten, zou dit een zware klap betekenen.
Streamingdiensten zoals Netflix, Mubi en Amazon Prime Video, die actief films inkopen van over de hele wereld, zouden bovendien worden geconfronteerd met hogere licentiekosten. Dit kan leiden tot minder internationale titels in hun Amerikaanse catalogi — en dus tot een verarming van het culturele aanbod voor Amerikaanse kijkers.
Reactie uit Europa en Azië
De Europese Unie en Zuid-Korea hebben inmiddels scherpe kritiek geuit.
Volgens een verklaring van de Europese Commissie overweegt Brussel “economische tegenmaatregelen” als de VS het plan daadwerkelijk doorzet. Ook in Frankrijk, waar film als cultureel erfgoed wordt beschouwd, klinkt harde verontwaardiging.
De Franse minister van Cultuur noemde het voorstel “een aanval op de mondiale culturele samenwerking” en pleitte voor een gezamenlijke respons van de internationale filmgemeenschap.
Hollywood verdeeld over het plan
Opvallend genoeg is ook binnen Hollywood niet iedereen enthousiast.
Hoewel sommige studio’s hopen te profiteren van een sterkere binnenlandse markt, vrezen anderen juist vergelding van buitenlandse markten, wat de Amerikaanse export van films zou kunnen schaden.
Landen als China, India en Frankrijk zouden als reactie hun eigen invoertarieven kunnen verhogen, wat tot een wereldwijde handelsoorlog in film zou kunnen leiden.
Filmregisseur Greta Gerwig reageerde op X (voorheen Twitter):
“Cinema is samenwerking over grenzen heen. Als we muren bouwen tussen verhalen, verliezen we allemaal.”
Wat betekent dit voor de toekomst van film?
Als het tarief daadwerkelijk wordt ingevoerd, zou dit niet alleen de distributie van buitenlandse films beïnvloeden, maar ook de internationale co-producties die de afgelopen jaren sterk zijn gegroeid.
Veel experts waarschuwen dat de maatregel het tegenovergestelde effect kan hebben: in plaats van Amerikaanse film te versterken, kan het leiden tot isolatie en culturele verarming.
Voorlopig is het plan nog niet definitief goedgekeurd, maar de wereldwijde filmindustrie houdt de ontwikkelingen in Washington nauwlettend in de gaten.
